Ga je als vertrouwenspersoon mee met de melder bij inzagerecht?

'Ga je als vertrouwenspersoon mee met de melder bij inzagerecht?'


Wordt nooit klokkenluider. Het is zelfmoord!


‘Ga je als vertrouwenspersoon mee bij inzagerecht van het onderzoeksverslag van de melding van een misstand?'
Deze vraag werd me vorige week gesteld door Judy. Zij stelde de vraag in de hoedanigheid van vertrouwenspersoon integriteit. Gelijktijdig speelde dezelfde vraag bij het Huis voor de Klokkenluiders in een artikel van het NRC: ‘Ineens werd de Hollängjer met de nek aangekeken'. Hier liet de directeur van het Huis voor Klokkenluiders de adviseur van de melder weten dat hij niet aanwezig mag zijn bij het inzagerecht.'

Judy zag in haar rol van vertrouwenspersoon beren op de weg en ze noemde een aantal bezwaren: 'De organisatie zal er niet blij mee zijn'; 'Je bent toch geen belangenbehartiger'; 'Het gaat om het verhaal van de melder'; 'Jij hebt daar als vertrouwenspersoon niets aan toe te voegen'…

Het is allemaal waar wat de vertrouwenspersoon schetst en toch vervul je in mijn ogen in je rol als vertrouwenspersoon hier een belangrijke rol.

Woorden schieten per definitie tekort om de werkelijkheid weer te geven. Bij het onderzoeksrapport gaat het om de beleefde werkelijkheid van de melder. De vertrouwenspersoon (VPI/ VPO) ondersteunt de melder om de werkelijkheid van de melder zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen. Dat geldt ook voor het verslag van het onderzoek. Twee zien meer dan een. Bij het lezen van het verslag vallen vaak dingen op. Daarnaast heeft de vertrouwenspersoon doorgaans een betere kijk op welke zaken die de melder heeft geschetst, essentieel zijn voor het onderzoeksrapport. Die moeten dan ook zeker in het verslag staan. Soms heeft melder die zaken niet verteld aan de onderzoekers, soms zijn wezenlijke zaken niet, niet volledig of vertekend opgenomen in het rapport.

Vorig jaar heb ik persoonlijk ervaren hoe cruciaal het is om vanuit de adviserende rol bij te dragen aan melder bij het inzagerecht. Het verbaasde mij toen eerlijk gezegd hoe beperkt en gekleurd de weergave van de door melder geschetste werkelijkheid in het onderzoeksrapport was opgenomen. De onderzoeker leek al naar een conclusie toe te schrijven. Daarom kan de aanwezigheid van de vertrouwenspersoon bij het inzagerecht erg belangrijk zijn en zie ik hierin toegevoegde waarde. Diezelfde waarde zie ik ook voor de aanwezigheid van de adviseur van het Huis voor Klokkenluiders bij het inzagerecht. Wellicht maken de regels dit nu niet mogelijk. Daarom zou ik ervoor pleiten daar (opnieuw) naar te kijken en over in gesprek te gaan. De werkwijze van het Huis is zich immers op dit moment immers aan het uitkristalliseren.

Natuurlijk is het een valkuil dat je als vertrouwenspersoon of adviseur vervalt in de rol van belangenbehartiger. Noch als vertrouwenspersoon noch als adviseur heb je de rol van belangenbehartiger. Het is wel de taak van beiden aan te geven welke stappen de melder kan ondernemen na kennisname van het verslag van de melding. Daar is ook niets mis mee. Daarmee voeg je niets toe aan het verhaal van de melder, je draagt er wel mede zorg voor dat het verhaal van de melder en alle geschetste, relevante zaken uit de verf komen. Het ondersteunen van de melder bij inzage in het onderzoeksrapport maakt niet dat je daarmee onderzoeker bent of je op het terrein van de onderzoeker of van de belangenbehartiger begeeft. Als je constateert dat er iets niet klopt in het rapport, is het zaak om de melder te verwijzen naar een belangenbehartiger.

'Maar misschien heeft de melder zaken niet goed gezien, aangedikt of verdraaid?'; 'Jij zou dan als vertrouwenspersoon voor zijn karretje gespannen kunnen worden!' 'De melder heeft eigen belangen die jij niet kent.' Het zijn zorgen die directeuren nogal eens naar vertrouwenspersonen uiten. Als vertrouwenspersoon of adviseur, doe jij niet aan waarheidsvinding of onderzoek. Dus het zou zomaar kunnen dat er feiten worden geschetst door de melder die (deels) bezijden de waarheid zijn. De vertrouwenspersoon integriteit stelt daarom toetsvragen aan de melder. Deze vragen stel je niet omdat je de melder wantrouwt of niet gelooft. Je doel is om met behulp van het stellen van toetsvragen samen vast te stellen dat de melder met voldoende feiten kan aantonen dat het hier om een redelijk vermoeden van een misstand gaat. Het werk van de adviseur van het Huis voor Klokkenluiders zal hierin niet heel anders zijn.

'Mijn opdrachtgever/ baas wordt hier ook niet blij van.' Het is een zorg die ik vaak van vertrouwenspersonen hoor: dat geeft nog maar weer eens aan hoe belangrijk het is om duidelijkheid te creëren over de rol en goede afspraken te hebben over bescherming en over je positie. Ga staan voor je rol van adviseur zoals die in de wet is vastgelegd. De Wet Huis voor Klokkenluiders geeft de werknemer het recht om in vertrouwen een adviseur te raadplegen over een vermoeden van een misstand. De werknemer kan de vertrouwenspersoon verzoeken om informatie, advies en ondersteuning inzake het vermoeden van een misstand. De medewerker mag dus sparren met de vertrouwenspersoon. Ik zou graag zien dat die rol ook geldt voor het inzagerecht. En tevens dat voor de adviseur van het Huis ook deze rol wordt weggelegd.

Menig directeur kijkt met argusogen naar de vertrouwenspersoon en zijn rol bij het onderzoek. Er staan vaak grote belangen op het spel. Een melding van een misstand raakt doorgaans ook aan de positie van leidinggeven. Daar ligt een sterke reden om de boodschapper onschadelijk te stellen en diens ondersteuners te wantrouwen, onder druk te zetten of 'kalt te stellen'. Daar lag een van de belangrijke redenen om het Huis voor Klokkenluiders op te richten!
Vanwaar de angst? Waar zit de zorg? Wat zou een vertrouwenspersoon of adviseur kunnen doen wat het onderzoek schaadt? Elke directeur in elke organisatie zal aan de vertrouwenspersoon zijn vertrouwen moeten geven dat hij als adviseur binnen de kaders blijft van zijn rol en geen belangenbehartiger wordt. De directeur van het Huis voor klokkenluiders zou daarin bij uitstek een voorbeeldfunctie kunnen vervullen.

Ik las het artikel in het NRC. Ik schrok van de interventie om de adviseur weg te halen bij het inzagerecht. Misschien is mijn eerste reactie onterecht. Ik begrijp dat het Huis voor Klokkenluiders ervoor wil waken dat de adviseur een belangenbehartiger wordt. Dezelfde zorg, angst leeft in organisaties ten aanzien van de vertrouwenspersoon. Wellicht is de aanwezigheid van de adviseur tegen de regels. Ik ken niet de reden noch de andere kant van het verhaal. Ik begrijp dat er geen uitspraak kan worden gedaan over een individuele casus. Ik zou wel graag willen uitnodigen om te kijken naar de visie op de rol van adviseur, die de melder in vertrouwen mag raadplegen. Dit is een rol die zowel medewerkers van het Huis voor Klokkenluiders faciliteren en tevens ook een rol die weg is gelegd bij de vertrouwenspersoon integriteit. In mijn optiek speelt zowel de adviseur als de vertrouwenspersoon ook een belangrijke rol bij het inzagerecht. De aanwezigheid van de adviseur bij het inzagerecht maakt hem nog geen belangenbehartiger.

Een gepokt en gemazelde centrale vertrouwenspersoon drukt mij op het hart om in onze opleiding tot vertrouwenspersoon uit te dragen: 'wordt nooit klokkenluider. Het is zelfmoord!'
Ik blijf toch de hoop koesteren, dat we dat juist met goed beleid, commitment van leidinggevenden, gekwalificeerde vertrouwenspersonen en een goed functionerend Huis voor Klokkenluiders kunnen ontkrachten. Ik hoop dat vertrouwenspersonen en de adviseur van het Huis voor Klokkenluiders, hierin van hun organisatie het vertrouwen krijgen om daadwerkelijk de in de wet Huis voor Klokkenluiders verankerde adviseur te zijn.

Met deze column zou ik daar graag aan willen bijdragen.

Doorklik naar NRC artikel: Ineens werd 'de Hollängjer' met de nek aangekeken

Hartelijke groet,

Marcel van Oss
Directeur/ trainer
VAN OSS & PARTNERS

www.opleidingvertrouwenspersoon.nl